Kees Komen
In de door Kees Koomen enige tijd geleden uitgegeven leporello In mijn huis schreef hij het volgende:
“ Ik woon in een zwart gat dat haar omgeving in zich opzuigt, in een maalstroom verbrandt, samenperst tot veelkleurige diamanten die vervolgens worden uitgestoten.
Ik ben het oog van die orkaan, ik zie alles maar draai niet mee. Ik open de ramen van mijn huis, stap mijn deur uit en hang wat stenen in een kaal gewaaide boom die ervoor groeit. Mensen komen kijken, het huis licht op, de stenen schitteren.
Ik trotseer de wind en klim in de boom om te zien wat zich om mij roert, ik probeer zo ver mogelijk op dunne takken staand met gestrekte hand te pakken wat van mijn gading is:
een vanger van trivialia, een visser naar details die ertoe doen, een vinder van potentieel “.
Kees Koomen probeert al schilderend grip op zichzelf te krijgen. Hij gebruikte de standaardvorm voor een huis als metafoor voor zijn handelen en denken.
In zijn laatste schilderijen laat hij zijn oog dwalen over zijn omgeving. In de steden en landstreken die hij bezoekt zoomt hij in op populaire ontmoetingsplaatsen, gedenkwaardige plekken of de mêlee van een grote stad.